Reglement 3-tallen

 

Drietallen wedstrijd

  1. Er wordt geschoten met drietallen.
  2. In een drietal mogen geen actieve schutters van de organiserende vereniging staan. In een drietal mag maximaal één schutter aangesloten bij de OLS federatie staan.
  3. Elk drietal dat 12 punten heeft geschoten kan met een andere schutter een nieuw drietal vormen.
  4. Bij niet volgeschoten kaarten dus geen 12 punten   mag het drietal met een nieuwe kaart schieten, echter men kan maar met één kaart in dezelfde samenstelling aan de kaveling deelnemen.
  5. Het inleggeld voor elk drietal bedraagt  € 6,00
  6. Elke schutter lost 4 schoten op punten van 1½ x 1½ x 1½ cm ribbe.
  7. Er wordt niet proefgeschoten; mist een schutter bij het eerste schot dan telt dit als een proefschot.
  8. Er wordt geschoten van boven naar beneden; men dient zich te houden aan de aanwijzingen van de optekenaar.
  9. De kaveling zal plaats vinden op punten van 1 x 1 x 1 [cm] ribbe.
  10. Het bestuur bepaalt, indien nodig, dat personen niet verder mogen deelnemen aan het schieten indien zij hiertoe niet (meer) in staat zijn of worden geacht.
  11. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de organiserende vereniging.